Als verzorgende moet je de patiënt helpen om  structuur te bieden, dit geeft de patiënt zekerheid waardoor de patiënt zich beter gaat voelen en meer rust heeft. Haal de dagindeling niet door elkaar want dit geeft onrust. Bij afspraken kun je het in een agenda of op een kalender schrijven zodat de patiënt weet waar hij/zij aan toe is. Dit kun je als verzorgende samen met de patiënt doen. Je moet patiënten kort dingen uitleggen omdat ze het vaak alweer zijn vergeten.

 Praktische voorbeelden: - Eerst zeggen uit bed komen, eenmaal uit bed zeggen douchen daarna zeggen aankleden.
                                                          -Vermijd open vragen en zeg we gaan ontbijten in plaats van zullen we gaan ontbijten.

Je moet dus concreet zijn tegen de patiënt. Blijf consequent, een handeling wat je een patiënt hebt geleerd blijf die handeling op die manier uitvoeren anders kan je over nieuw beginnen. Blijf ook dingen herhalen, dit neemt onzekerheid weg.